Wie wij samen zijn
Vroegah
“Zeg Lynn, je bent al bruin, dan moet je nou geen apengeluiden gaan zitten maken!” De normaal zo mondige vijftienjarige versie van mezelf weet even niets meer uit te brengen. We zaten net gewoon gezellig te giechelen in het warme wiskundelokaal, deze grap van de leraar (hoi meneer Luycks!) zag ik niet aankomen. Ik voel me plots klein en ik was al een kabouter. Ik voel me plots anders dan de rest, op een manier waar ik niet voor kies.
Ervaringen als deze maken mij als spruit van gelukkig gemengde ouders alleen maar krachtiger. De negenentwintigjarige versie van mezelf weet goed waar ze voor staat (gelijkwaardigheid) en wat ze hier komt doen (de wereld redden natuurlijk). Ervaringen als deze laten echter ook een spoor van waakzaamheid achter en het schemerige besef er misschien niet helemáál bij te horen hier. Maar waarbij eigenlijk?
Er is een kloof en daar groeit iets in
Wij kikkerlandbewoners hebben iets met elkaar uit te zoeken. We leven in een land van vakjes, van ik tegen die Ander, van wij tegen zij.
Dat wij-zij-denken dient ergens voor. Het geeft mensen houvast, het helpt om meer grip op de wereld om je heen te krijgen, het schept enige duidelijkheid. Een groep afschilderen als Niet-Wij helpt in het afbakenen van je eigen identiteit.
Maar dat die hokjesgeest diep in mensen zit, betekent nog niet dat het ons vooruit helpt. Het probleem is dat we grenzen trekken die kunstmatig zijn. Nederlanderschap kan anno 2015 niet worden gedefinieerd aan de hand van iemands kleurtje, dat doet geen enkel recht aan de realiteit. Met een migrant als (voor)ouder ben je ook al niet Nederlander-af, want dan kunnen we zo 98% van de bevolking afschrijven.
Waar het op neerkomt: we scheppen afstand tussen groepen mensen op basis van niets wezenlijks. En hoe groter de kloof, hoe meer ruimte er is voor wantrouwen, angst en achteloze onderdrukking. We raken daar bijna aan gewend en vergeten dat het een gevolg is van onze eigen denkbeelden, hoe onopzettelijk ook.
Waar mot dat heen?
Het goede nieuws: we kunnen er zelf iets aan doen. Door ons bewust te worden van de hokken in ons hoofd en ze te doorbreken met een sloopbal van liefde. Sociologische modellen (zoals deze schattige – klik!) laten namelijk zien dat om afstand tussen groepen te overbruggen, het niet genoeg is om gewoon wat minder te discrimineren. Ook al draagt ieder individu nog maar een klein beetje racisme in zich, de effecten van eeuwen ervan zijn nog overal zichtbaar en de optelsom van al die beetjes leidt tot een samenleving waarin breeklijnen ontstaan.
We hebben daarom een extra afspraak nodig: dat een ieder proactief gaat zorgen voor alle kleuren mensen om zich heen. Om tot minder afstand te komen, mogen we een gesegregeerde werkplek, buurt, vriendenkring of school simpelweg niet langer accepteren.
En als er dan minder afstand is ontstaan tussen groepen, kunnen we nog wat verder inzoomen. Want hoe bevrijdend is het om de Mensch te zien, in plaats van de groep? Wat verbindt mij met de persoon die ik voor me heb? Misschien zijn we wel samen stiekem fan van George Michael (geef maar toe). Of samen een over-alles-drie-keer-nadenker. Of samen kunstliefhebber. Of samen eindeloze boekenlover. Of TED-kijker. Of samen een Kim Kardashians Billenfan. Of samen ondernemer met grote plannen. Of samen zwaar bezorgd over het klimaat.
Als we dat nou zien, kunnen we dan van De Ander naar gewoon anders? Naar een plek waar je zélf mag kiezen of je erbij wil horen of niet? Van wij-tegen-zij, naar wij zijn Nederland anno nu?
Lynn Zebeda is mede-oprichter van internationaal innovatiebureau Dr. Monk. Ze houdt van vernieuwing, de planeet en iedereen erop. Vind haar op Twitter of Facebook.