Solliciteren als een Marokkaanse-Nederlander

Postbode, La Place-medewerker, Aktiesport-medewerker, Free Record Shop-medewerker, Albert Heijn-vakkenvuller en -kassier, bijlesdocent bij Bijlesnetwerk en hiker bij Easyway. Dat zijn de zeven bijbaantjes die ik tot nu toe heb gehad. Ik begon met werken op mijn dertiende en ben nu tweeëntwintig jaar oud. Zeven baantjes in negen jaar. Veel, maar niet uitzonderlijk.

Wat helaas ook niet uitzonderlijk is zijn de honderden sollicitaties die ik de deur uit heb gedaan, de opmerkingen die ik heb gekregen van (potentiële) werkgevers en het gebrek aan diversiteit bij deze bedrijven. Ik heb namelijk honderden (ja, honderden) sollicitaties de deur uit gedaan. Meestal kreeg ik geen reactie. Daar hebben vast meer mensen last van gehad gedurende de crisis, maar om nou honderd bedrijven die op zoek zijn naar personeel af te moeten gaan voordat ik één reactie krijg…?

Ik selecteer mijn vacatures zorgvuldig: ik solliciteer niet meer bij een supermarkt, omdat die op zoek zijn naar mensen onder de 18; ik solliciteer ook niet naar de functie van verkoper in een modezaak voor vrouwen. Dan kan het toch bijna niet kloppen dat ik zo vaak moet solliciteren voordat mensen mij gekwalificeerd vinden voor een functie? Wat zou hier dan achter zitten?

Tot ongeveer een jaar geleden wist ik vol te houden dat bij ieder sollicitatiegesprek waarvoor ik wél ben uitgenodigd, ik ben aangenomen. Wellicht komt het doordat ik wat sommigen “verkaasd” noemen ben: een Marokkaanse Nederlander zonder typisch accent en één die zich anders kleedt. De laatste keer dat ik een Gucci nektasje droeg is zo’n acht jaar geleden. Dat viel mijn werkgevers ook op. Na elk gesprek kreeg ik opmerkingen als: ‘Wat spreek je goed, accentloos Nederlands!’ Hoewel dit als compliment bedoeld is en hier geen kwade bedoelingen achter zitten, toont het wel aan dat ze er vanuit gingen dat ik een accent zou hebben, gebaseerd op mijn naam bovenaan het sollicitatieformulier. Een andere opmerking die ik vaak hoorde: ‘We hadden zo’n typisch Marokkaantje verwacht. Weet je wel?’ Dit vind ik geen compliment. Bovendien toont het aan wat voor het effect de naam van de sollicitant heeft.

Ik groeide op in Oss, waar veel Turkse-Nederlanders en Indonesische-Nederlanders wonen. Vooral in de wijk waar ik van mijn 13e tot mijn 19e woonde. Maar het gekke is dat je dit niet of nauwelijks terugziet bij de winkels en bedrijven van het winkelcentrum dat deze wijk huisvest. Bij La Place bijvoorbeeld, werkte ik in een team van tien à vijftien man, waarvan maar twee mensen een niet-witte huidskleur hadden. Bij de Free Record Shop had ik een Indonesische manager, een (blanke) half-Indonesische collega en was er een Turks-Nederlandse stagiaire. Ook de Albert Heijn waarvoor ik werkte, is nagenoeg helemaal wit, hoewel ik meerdere malen heb moeten solliciteren voordat ik op gesprek mocht komen. De enige uitzondering is de Nettorama, waarbij het personeelsbestand een stuk diverser en gekleurder is.

Volgens mij bedoelen werkgevers het helemaal niet verkeerd, hebben ze het vaak niet eens door en zijn ze diep van binnen ook geen racist. Dit wil echter niet zeggen dat ze in hun gedrag geen onderhuids racisme vertonen: dit zijn vaak kleine dingen die op zichzelf heel onschuldig lijken, maar bij elkaar opgeteld wel degelijk een verschil maken in het dagelijks leven van mensen met verschillende huidskleuren en afkomsten. Waarschijnlijk rapt één van mijn favoriete rappers, Childish Cambino, daarom in zijn nummer Hold you down: ‘Subtle racism. It’s hard to pin it, cause you’d only understand if you were me for just a minute.’ Als werkgevers dat eens zouden proberen, dan hoef ik in de komende negen jaar waarschijnlijk wat minder brieven te schrijven.

Ilyas Boujdi, een student Internationale media en communicatie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Enthousiast over verschillende genres muziek. Liefhebber van kip.