Jouw resultaat



Meer weten over deze test?
Kijk hieronder voor meer informatie.

Een ‘lichte’, ‘matige’ of ‘sterke’ voorkeur verwijst naar de sterkte van jouw associaties, gebaseerd op de snelheid van je reactie. Wanneer je veel sneller reageert op de ene soort combinaties dan op de andere, komt dit tot uitdrukking in een hoge score, wat een sterke voorkeur betekent. Waarschijnlijk heb je dit dan zelf tijdens de test ook al gemerkt. Bij een ‘lichte’ voorkeur, is het verschil in snelheid van reageren alleen zichtbaar in een analyse van je reactiesnelheid. Daar zal je zelf tijdens het spelen waarschijnlijk weinig van hebben gemerkt.

In de documentaire ‘Zwart als Roet’ vroeg Sunny Bergman verschillende mensen, waaronder de directeur van de VPRO en antiracisme-activist Quinsy Gario, om deze test te maken. In bovenstaand fragment reflecteren zij samen met andere deelnemers en één van de makers van de test, Mahzarin Banaji, op hun uitslag.

Deze test onderzoekt of het voor jouw brein makkelijker is om positief aan witte huidskleur of Nederlandse achtergrond te koppelen, dan aan een donkere huidskleur of Marokkaanse achtergrond. De test meet dus of je bepaalde associaties makkelijker maakt dan andere, en of je brein voorgeprogrammeerd is om verschil te maken tussen mensen met een andere huidskleur of afkomst. De test wordt de ‘Implicit Association Test’ genoemd en is ontwikkeld door Harvard University. Bekijk hierboven de uitleg van één van de makers.

Door te meten hoe gemakkelijk je associaties (of ‘koppelingen’) maakt, kan de test berekenen of mensen met een bepaalde huidskleur of afkomst ‘automatisch’ (en vaak onbewust) positieve of negatieve gedachten bij je oproepen, en hoe sterk dit effect is. Om dat te kunnen doen berekent en vergelijkt de test daarvoor je reactiesnelheid in de twee dubbeltaken (de taken waarin je zowel woorden als namen/afbeeldingen in categorieën moest plaatsen).

Op deze manier geeft de test je een kijkje in je verborgen voorkeuren en in de beelden die anderen onbewust bij je oproepen. Het wordt dan ook een test van ‘impliciete evaluaties’ genoemd. De test meet immers onbewuste en ook soms zelfs ongewilde associaties. Mensen met een andere huidskleur kunnen ongewild negatieve associaties bij je oproepen, maar dit kan ook gebeuren met andere groepen mensen, bijvoorbeeld mannen of vrouwen, homo’s of hetero’s, joden of moslims. Waar denk je het eerste aan als het woord ‘professor’ wordt genoemd, of ‘fietsendief’?

Eerst even een stap terug. Waarom denken we überhaupt in hokjes? Wij gebruiken overal categorieën voor en die gebruiken we de hele dag door: het is een manier om orde te scheppen in de chaos, om betekenis te geven aan wat we waarnemen en om te begrijpen wat er om ons heen gebeurt.

In dit hoorcollege legt Daniël Wigboldus uit hoe onmogelijk het is om zonder hokjes te leven. Stel je voor dat je een stoel niet kunt onderscheiden van een tafel, of je iedere keer opnieuw afvraagt waar dat metalen uitsteeksel op een deur voor dient. Hokjes zijn dus handig en noodzakelijk; omdat het ons helpt de wereld te begrijpen, en orde en structuur aan te brengen in onze gedachten en kennis.

Ook als we mensen voor het eerst ontmoeten, plaatsen we ze in hokjes. Die hokjes hangen sterk samen met stereotypen. Dit zijn versimpelde beelden die je hebt van een bepaalde groep. Die stereotypen worden gevoed door wat je bijvoorbeeld leert in je opvoeding en hoort in de media. Hoe vaak heb jij in de media Marokkaan aan criminaliteit gekoppeld gezien? Heeft het beeld van Zwarte Piet (onbewust) invloed op de associaties die jij vormt richting donkere mensen?

Benieuwd hoe goed jouw eerste indruk is? Check het op de Hokjestest!

De test meet je impliciete voorkeuren voor bepaalde groepen mensen, en laat zien of je voorgeprogrammeerd bent om bepaalde groepen positief danwel negatief te zien. Het meet dus niet of je racistisch bent. Tegelijkertijd is de vraag: “ben ik racistisch?” misschien wel voor jou de aanleiding geweest om deze test te doen.

Allereerst is er een verschil tussen “expliciet racisme” en “impliciet racisme”. Expliciet racisme is misschien niet zo moeilijk te herkennen. Herinner je je bijvoorbeeld de opmerkingen bij de selfie van Leroy Fer?

Bij impliciet racisme is er iets anders aan de hand. Je kunt bijvoorbeeld geloven in de gelijkheid van mensen, en geen onderscheid willen maken tussen groepen mensen. Dit maakt je alleen nog niet kleurenblind. Iedereen maakt gebruik van impliciete evaluaties of stereotyperingen bij het beoordelen van iemand met een andere huidskleur, religie of afkomst. Onderhuids.nl daagt je uit te onderzoeken wat deze associaties zijn, en welke invloed deze hebben op hoe je naar anderen kijkt.

Aangezien wij allemaal impliciete associaties hebben, kan dat soms consequenties hebben voor ons gedrag. Stel je eens voor dat je een man een fietsslot ziet open zagen. Wat zie je en wat doe je? En hangt het af van de huidskleur die de betreffende persoon heeft? In de documentaire ‘Zwart als Roet’ wordt exact dit getest. Het resultaat zie je hierboven.

Schrik je van de uitkomst van de test? Strookt het niet met het beeld dat je van jezelf hebt of met hoe je zou willen zijn? Ben je bang dat die voorkeur leidt tot discriminerend gedrag?

Dat zou zo maar eens kunnen. Op basis van hoe we denken en de hokjes die wij hebben gevormd, doen we aannames en hebben we automatische voorkeuren, soms dus zonder dat we ons hiervan bewust zijn. Een impliciete, automatische voorkeur kan van invloed zijn op je (expliciete) houding en gedrag ten aanzien van een bepaald persoon. Zo blijkt uit onderzoek bijvoorbeeld dat niet-moslim proefpersonen die negatievere impliciete associaties hebben ten opzichte van moslims, in een selectieprocedure minder snel moslims selecteren voor een baan.

Maar we hebben ook ook goed nieuws: Hoe jij je gedraagt naar andere mensen is van veel factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld hoe belangrijk je het vindt om mensen gelijk te behandelen. Hoewel je dus onbewust misschien wel een automatische voorkeur hebt voor mensen van je eigen groep, wil dat niet zeggen dat hoe je op anderen reageert niet te controleren of te beïnvloeden is.

Door je bewust te zijn van je automatische associaties en voorkeur, kun je ervoor zorgen dat deze in je gedrag minder tot uiting komen. Zoals scheidsrechters in basketbalwedstrijden in de Verenigde Staten bijvoorbeeld. Zij bleken vaker te fluiten tegen mensen die een andere huidskleur hadden dan zij zelf. Nadat dit onderzoek tot de nodige maatschappelijke ophef had geleid, bleek dit effect in een nieuw onderzoek veel minder te zijn. Scheidsrechters waren zich bewust van hun voorkeur, en konden vervolgens hun gedrag hierop aanpassen. Lees hier meer.

Meer weten over hoe je kunt voorkomen dat je zelf discrimineert? Kijk hierboven naar het hoorcollege van prof. Daniel Wigboldus van Universiteit van Nederland.

Harvard University doet al jaren onderzoek met de Impliciete Associatie Test. Uit dat onderzoek blijkt dat een ruime meerderheid van de deelnemers met een lichte huidskleur een automatische voorkeur heeft voor mensen met een lichte huidskleur. De resultaten van de deelnemers met een donkere huidskleur zijn gevarieerder: sommige van hen krijgen een neutraal resultaat, en de rest is ongeveer gelijk verdeeld over een voorkeur voor een lichte huidskleur en een voorkeur voor een donkere huidskleur. In dit fragment van NBC doen zowel mensen met een lichte als donkere huidskleur de test, en zie je dit duidelijk terugkomen.

Dat een deel van de deelnemers met een donkere huidskleur toch een voorkeur heeft voor mensen met een lichte huidskleur, verklaart Harvard University door het effect van de culturele omgeving waar mensen wonen: als in een maatschappij meer mensen wonen met een lichte dan een donkere huidskleur, en er meer negatieve dan positieve associaties zijn met mensen met een donkere huidskleur, dan kan dit ook effect hebben op het (zelf)beeld van de mensen met een donkere huidskleur. Omdat deze beelden en gedachten dan zo veel voorkomen in de eigen omgeving, kunnen ook mensen met een donkere huidskleur zich deze eigen gaan maken en een voorkeur voor mensen met een lichte huidskleur hebben.

Lees ook de column van Sanne de Bruin of bekijk haar videoportret over de ontevredenheid met haar eigen huidskleur. Over dat ze in haar tienerjaren iedere nacht met God onderhandelde of ze de volgende ochtend wat lichter van huidskleur wakker mocht worden.

De test meet hoe sterk je bepaalde woorden, begrippen en oordelen met elkaar in verband brengt en geeft daarmee inzicht in je impliciete associaties. De test gebruikt daarvoor je reactiesnelheid, en vergelijkt de snelheid waarmee je hebt geantwoord op verschillende opgaven met elkaar. Jouw oog-handcoördinatie (hoe snel je kunt kijken en klikken tegelijk) maakt weinig uit voor het testresultaat; als je coördinatie sneller of langzamer is dan gemiddeld, dan geldt dat voor al je antwoorden en niet alleen voor die in een bepaalde categorie.

De test wordt veel gebruikt in sociaal psychologisch onderzoek om impliciete associaties te meten, maar de test zegt niet alles. Sociaal psychologen discussiëren volop over wat de uitslag precies zegt, in hoeverre de test meet wat hij zegt te meten, en of mensen hun prestatie op de test wel of niet kunnen beïnvloeden (zie bijvoorbeeld hier). Onderhuids.nl ziet de test als een interessante manier om inzicht te krijgen in je eigen impliciete associaties en automatische voorkeuren, maar er zijn meer manieren om dit te onderzoeken.

Bekend is bijvoorbeeld de “shooter bias”. Proefpersonen zien foto’s van jonge mannen met iets in hun hand; een flesje cola of misschien een pistool. De proefpersonen krijgen vervolgens de taak om in het geval van een gewapend persoon zelf te schieten, en bij ongewapende mensen niets te doen. Deelnemers blijken dan vaker te schieten bij mensen met een donkere huidskleur dan mensen met een lichte huidskleur. Als je onder druk staat en in een fractie van een seconde moet beslissen dan kunnen je automatische associaties dus een rol spelen.

De volgorde heeft maar een kleine invloed op de testresultaten. We zorgen dat de ene helft van de deelnemers eerst de ene combinatie van foto’s/namen en woorden maakt (associatie 1) en daarna de andere combinatie (associatie 2). Deze volgorde is voor de andere helft van de deelnemers omgekeerd (zij maken eerst associatie 2 en daarna associatie 1).

Voor elke volgorde is een reden te verzinnen waarom het lag aan de volgorde. Bij de ene volgorde is het argument: “ik moest het eerst nog leren, in het tweede blok had ik het pas door”. Bij de andere volgorde wordt vaak het argument gebruikt: “ik had het eerst al op 1 manier aangeleerd, nu moet ik opeens switchen, dat is moeilijk”.

Deze test meet je impliciete voorkeuren voor bepaalde groepen mensen. Dit zijn de snelle gedachten en gevoelens die bepaalde (groepen) mensen bij jou oproepen; zo snel dat je je er vaak niet bewust van bent. De uitslag van de test kan dus jouw onbewuste associaties en voorkeuren laten zien en is een uitnodiging om naar jezelf en onze maatschappij te kijken.

Hoewel deze onbewuste associaties niet tot uiting hoeven te komen in hoe jij je naar andere mensen gedraagt, kunnen ze toch (onbewust) je gedrag beïnvloeden. Het zou dus kunnen dat je het belangrijk vindt en denkt iedereen gelijk te behandelen, maar in de omgang met mensen toch onbewust onderscheid maakt.

Zo laat Sunny Bergman in haar documentaire ‘Zwart als Roet’ zien hoe mensen reageren wanneer zij drie jongens met verschillende huidskleuren aan een fiets zien morrelen in het park. De verschillen in reacties van omstanders zijn, op z’n zachtst uitgedrukt, opmerkelijk. Bekijk het fragment hierboven.

Dit is deels waar. Uit sociaal psychologisch onderzoek blijkt dat mensen over het algemeen een voorkeur hebben voor de eigen groep: ingroup favoritisme wordt dat genoemd. Mensen zijn geneigd om goed over zichzelf te denken, en dus ook over de groep waar zij zelf een onderdeel van uitmaken. Dat je een voorkeur hebt voor mensen van je eigen groep wil zeggen dat jouw gedachten en gevoelen over die groep positiever zijn dan je gedachten en gevoelens over de andere groep. Een positieve (impliciete/onbewuste) voorkeur voor mensen met een lichte huidskleur wil dus niet per se zeggen dat je een negatief beeld hebt van mensen met een donkere huidskleur.

Uit onderzoek van Harvard University blijkt dat een ruime meerderheid van de testdeelnemers met een lichte huidskleur een impliciete voorkeur heeft voor mensen met een lichte huidskleur, dus voor mensen die qua huidskleur op hen lijken. De resultaten van de deelnemers met een donkere huidskleur zijn gevarieerder: sommige van hen ‘scoren’ neutraal, en de rest is ongeveer gelijk verdeeld over de voorkeur voor mensen met een lichte huidskleur en die voor mensen met een donkere huidskleur. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat homoseksuele deelnemers aan een vergelijkbare test (die voorkeuren met betrekking tot geaardheid test) een impliciete voorkeur hebben voor heteroseksuele mensen. Waarom hebben deze groepen dan niet de voorkeur voor hun eigen groep?

Jouw omgeving blijkt hier een grote invloed op te hebben. Zo concludeert Harvard University dat deelnemers met een donkere huidskleur een voorkeur voor mensen met een lichte huidskleur kunnen hebben door opvattingen, meningen en beelden in hun culturele omgeving. Als in een maatschappij vaker negatieve beelden worden gecombineerd met een donkere huidskleur dan met een lichte huidskleur, heeft dit niet alleen effect op mensen met een lichte huidskleur, maar ook op het (zelf)beeld van mensen met een donkere huidskleur.

Halverwege de twintigste eeuw maakten Amerikaanse psychologen deze vorm van ‘geïnternaliseerd racisme’ voor het eerst zichtbaar met een simpel experiment: zij gaven kinderen twee identieke poppen, die alleen verschilden in haar- en huidskleur. Wat bleek? Niet alleen kinderen met een lichte huidskleur, maar ook de kinderen met een donkerdere huidskleur wilden liever spelen met de lichte pop. Ook vonden de meeste kinderen de pop met de lichte huidskleur liever, mooier en minder gemeen, zoals ook te zien is in bovenstaand fragment. In 2010 werd dit experiment door CNN herhaald.

Jij weet zelf waarschijnlijk het beste wie je bent, wat je goed en fout vindt en waar je voor staat. Maar ben jij je wel altijd bewust van wat je vindt en denkt? En klopt dit ook met alles wat je zegt en doet?

Deze test is een hulpmiddel om iets over jezelf te ontdekken. Door het bepalen van je reactiesnelheid –wat objectief te meten is– ontdek je welke verbanden (associaties) jij makkelijker legt en met welke verbanden jij meer moeite hebt. Op die manier kom je erachter of je in je denken onderscheid maakt tussen verschillende mensen. Niet expres of met kwade bedoelingen, maar bijna automatisch en onbewust. Als je dat weet, kun je hier rekening mee houden.

Het Amerikaanse BuzzFeed.com legt de associaties die witte mensen vaak hebben met mensen met een donkere huidskleur haarfijn bloot in bovenstaande video.