Streepje Voor is een publiek onderzoek naar onszelf en de Nederlandse samenleving. Wie neemt in onze maatschappij welke positie in, wat voor invloed heeft het hebben van een bepaalde huidskleur of afkomst en welke positie neem jij zelf in: heb jij een streepje voor op anderen, of begin je op achterstand?

Streepje Voor laat op basis van alledaagse situaties zien dat sommige mensen, op basis van de groep waar ze toe behoren, een meer bevoorrechte positie in onze samenleving hebben dan anderen. Dit gebeurt aan de hand van vragen over je ervaring met de arbeidsmarkt, het onderwijs, de politie, afkomst en identiteit, maar ook over je thuis (kunnen) voelen in je klas, op je werk of op straat. De vragen zijn onder andere gebaseerd op het essay “White Privilege: unpacking the invisible knapsack” van Peggy McIntosh. Door jezelf na afloop toe te voegen aan het overzicht, kun je jouw positie vergelijken met anderen in Nederland en brengen we met z’n allen de Nederlandse samenleving in kaart.

Streepje Voor nodigt je uit om op onderzoek te gaan: welke rol speelt afkomst en huidskleur in onze samenleving? De persoonlijke ervaringen en verhalen van een tiental mensen worden in de video’s met je gedeeld. Kijk ook eens naar bovenstaand filmpje uit de documentaire Zwart als Roet, waar drie mannen met dezelfde kleding, dezelfde leeftijd maar andere huidskleur en afkomst een fietsslot open snijden, en kijk hoe de omgeving reageert. Streepje Voor stelt ons voor de vraag: hoe zorgen we ervoor dat iedereen in Nederland gelijke kansen heeft?

Streepje Voor is ontwikkeld door Critical Mass, IJsfontein en De Familie Film & TV. Streepje Voor is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit de non-fictie transmedia regeling, een gezamenlijk initiatief van het Filmfonds, het Mediafonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Op basis van jouw uitslag hebben we een berekening gemaakt en je op een schaal van -10 tot 0 geplaatst: dit laat zien of jij een streepje voor hebt op anderen en dus bevoorrecht bent, of dat je op achterstand begint en daardoor benadeeld wordt.

Veel mensen in Nederland hebben het gevoel dat racisme en ongelijkheid in ons land nauwelijks meer een rol spelen. Artikel 1 van onze grondwet zegt immers dat iedereen gelijk behandeld moet worden. Veel Nederlanders denken geen onderscheid te maken op basis van huidskleur of afkomst. Bij het verwijt dat iets wat je zegt of doet racistisch is, schieten zelfs de meest progressieve en liberale mensen van ons land ‘conservatief’ in de verdediging. Zo ook politici, bijvoorbeeld toen oud-Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer aangaf dat de Nederlandse politiek racistisch is. Lees ook eens de analyse van Zihni Ozdil hierover.

De tien vragen die wij jou hebben voorgelegd, gaan over situaties waarbij jouw huidskleur en afkomst van invloed kan zijn op je antwoorden. Dit kan negatief, maar ook positief zijn. Jouw uitslag laat daarom zien of en hoe bevoorrecht jij bent. Ons uitgangspunt hierbij is niet dat een bevoorrechte positie slecht is, maar juist dat iedereen in Nederland deze positie zou moeten hebben.

Naast een persoonlijk resultaat waarmee jij zelf op onderzoek kunt gaan, draagt jouw resultaat bij aan ons onderzoek naar de positie van verschillende mensen in de Nederlandse samenleving. In de campagne Onderhuids wordt gewerkt aan een maatschappelijk akkoord over racisme en discriminatie in Nederland.

Onderzoek op tal van terreinen laat zien dat mensen met een andere huidskleur of afkomst in Nederland op verschillende manieren worden benadeeld ten opzichte van mensen met een lichte huidskleur en traditioneel-Nederlandse afkomst.

Laten we beginnen met het onderwijs. Leerlingen uit minderheidsgroeperingen krijgen minder vaak een havo of vwo advies dan autochtone leerlingen en vallen vaker uit in het voortgezet onderwijs. Hier zijn veel verklaringen voor te geven, maar onderzoek wijst er op dat de verwachtingen van docenten ten aanzien van leerlingen hier mede van invloed op is. Zo worden bij kinderen van een Nederlandse afkomst slechte resultaten eerder toegewezen aan psychologische factoren (“hij zal een slechte dag hebben gehad”), terwijl bij kinderen van minderheidsgroepen dit eerder wordt toegeschreven aan hun capaciteiten en kunnen (kijk hier). Docenten die negatief bevooroordeeld zijn ten opzichte van Turks en Marokkaans Nederlandse leerlingen, hebben lagere verwachtingen van deze leerlingen, en dit leidt vervolgens tot slechtere schoolprestaties van deze leerlingen (kijk hier). Kijk hoe Benjamin vertelt over zijn bevooroordeelde docent.

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de werkloosheid onder ‘niet-westerse allochtonen’ ruim drie keer zo hoog is als onder autochtone Nederlanders: 16 tegen 5 procent onder volwassenen, 28 tegen 10 procent onder jongeren. Het onderzoek Liever Mark dan Mohammed laat zien dat ‘allochtonen’ met een mbo-diploma of lager minder kans hebben om te worden uitgenodigd voor een gesprek, ook al hebben ze dezelfde kwaliteiten als hun autochtone concurrent. Bij bezoek aan een uitzendbureau hadden autochtone werkzoekers 46% kans op een baanaanbod, terwijl niet-westerse werkzoekenden hier 28% kans op hadden. Daarnaast laat onderzoek zien dat ook tijdens sollicitatiegesprekken stereotypering een rol speelt.

Ook op het gebied van criminaliteit en politie is er onderscheid. Zo toonde Amnesty International aan dat etnische minderheden in Nederland vaker worden onderworpen aan politiecontroles, zonder dat zij iets strafbaars hebben gedaan. Zie ook bovenstaand filmpje dat met verborgen camera op straat geschoten is. Daarnaast worden volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ‘niet-westerse allochtonen’ drie tot vier keer vaker verdacht van een misdrijf, maar ook zwaarder gestraft voor dezelfde misdaden dan blanke, autochtone Nederlanders.

Tenslotte melden de Anne Frank Stichting en de Landelijke Vereniging van Antidiscriminatie Bureaus en Meldpunten (LVADB) een sterke toename van antisemitisme en moslimhaat. Ook op school zijn er veel discriminerende uitingen.

Maar niet alleen huidskleur of afkomst kan je op achterstand zetten: ook homojongeren hebben het moeilijker: uit dit SCP-rapport blijkt dat LHBT-scholieren meer psychische problemen (zoals emotionele en gedragsproblemen of suïcidaliteit) hebben dan hun heteroseksuele medeleerlingen – 44 tegen 18 procent – en hun eigen leven een veel lager cijfer geven dan heteroseksuele leeftijdsgenoten.

In deze test onderzoeken we met name in hoeverre huidskleur en afkomst een rol spelen op alledaagse situaties in Nederland. Onderzoeken op terreinen als arbeidsmarkt, onderwijs en etnisch profileren laten zien dat dat het hebben van een huidskleur en afkomst je op achterstand zet. In Streepje Voor brengen we dit in kaart, en nodigen we uit tot reflectie hierop. Uiteraard kunnen ook persoonlijke omstandigheden en andere ‘groepen’ waartoe je behoort jouw positie in onze samenleving bepalen, zoals het gegeven dat je een man of een vrouw bent, hetero of homo, gehandicapt of niet, arm of rijk, enzovoorts.

Deze eigenschappen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Sterker nog: ze werken op elkaar in. Zo kampen mannen met een donkere huidskleur met andere vooroordelen dan vrouwen met een donkere huidskleur, worden Nederlands-Marokkaanse jongens met andere vormen van discriminatie geconfronteerd dan Nederlands-Marokkaanse meisjes en lopen homo’s tegen andere stigma’s aan dan lesbiennes, biseksuelen of transgenders.

De persoonlijke verhalen laten zien dat ook andere zaken een rol kunnen spelen. Dit neemt volgens ons niet weg dat bepaalde groepen in Nederland op achterstand beginnen door hun huidskleur of afkomst. Vooroordelen, racisme en discriminatie zijn namelijk geen losstaande incidenten, maar juist structureel en onderdeel van hoe onze samenleving is ingericht.

Maar bestaat er dan ook geen racisme ten opzichte van mensen met een lichte huidskleur? Cabaretier Aamer Rahman is daar helder over. Zie hierboven het fragment uit zijn show “Fear of a Brown Planet”.